Over konijnengedrag is helaas nog weinig bekend. Zo is het stampen met de achterpoten het meest bekend als dreigend gevaar en angst.
Territorium
Konijnen strijken vaak met hun onderkin langs voorwerpen om daar hun geur aan te geven (territoriumgedrag). Voedsters kunnen nogal sterk op hun territorium gericht zijn. Vooral tijdens het pakken van de etensbak kan ze dan grommend op de handen afkomen. Ten onrechte wordt dan vaak gedacht dat het konijn vals is. Een oplossing kan zijn om het konijn met één hand tegen de grond te drukken en met de andere hand de etensbak te pakken. Dit gedrag verdwijnt vaak als het konijn gezelschap krijgt en ruimer wordt gehuisvest.
Gemak
Als een konijn zich op z’n gemak voelt, draait hij zich op zijn zij om uiteindelijk languit gestrekt te liggen. Tijdens dat rollen laat hij zich als het ware vallen dat vaak gepaard gaat met een flinke klap.
Likken en aaien
Konijnen likken elkaar. Als een konijn de mens likt, is dat een teken dat het konijn hem/haar aardig vindt. Als het konijn zijn kop onder de hand legt wil het konijn daar geaaid worden zoals konijnen dat bij elkaar doen. Met één vinger over het kopje en vooral de oren voldoet uitstekend.
Albino-konijnen
Albino-konijnen kunnen zwaaien met hun hoofd. Ze wiegen dan enigszins met hun hoofd heen en weer dat meestal een gevolg is van slecht kunnen zien. Zolang er geen grote evenwichtsproblemen zijn is er niets aan de hand.